broos, fragiel, teer, delicaat, slap, mals, pluizig, harig, gewatteerd, donzig, poezelig, fluweel, wollig, buigzaam, kneedbaar, veerkrachtig, (uit)rekbaar, vervormbaar, soepel, springerig, open, neuriënd, vloeiend
stevig, krachtig, fors, massief, bar, rigide, strak, sterk, taai, ondoorlaatbaar, stijf, compact, plots, fel, ruig, onplooibaar, onkneedbaar, dicht, stug, indringend, geblokt, knetterend, hakkerig